”s Avonds belt de vader van Anuska (6) met afschuwelijk nieuws’
Een leerkracht vertelt aan Kek Mama wat ze meemaakt. Deze keer: juf Sandra (28), die vijf jaar voor de klas staat en nu lesgeeft aan Anuska in groep drie.
Zondagavond. Om half acht gaat mijn telefoon. Het is Wicher, de vader van Anuska (6). Met verstikte stem. Hij vertelt me afschuwelijk nieuws. Het jongetje waarvan zijn vrouw acht maanden zwanger is geweest is die middag dood geboren.
Anuska’s wens
Ik weet hoe graag Wicher en Karin nog een tweede kind wilden, maar dat is tot nu toe nog niet gelukt. Ik vraag niet te ver door, daar lijkt Wicher geen behoefte aan te hebben. Hij heeft wel een vraag: Anuska is heel verdrietig, maar wil morgen toch naar school. Is dat een goed idee? Ik denk na. Op mijn opleiding heb ik geleerd dat kinderen rouwen in porties. Het ene moment huilen ze, het andere moment spelen ze alsof er niets is gebeurd. Dat vertel ik Wicher.
Samen besluiten we Anuska’s wens te volgen. Om haar leven zoveel mogelijk normaal door te laten gaan. Ik zal haar goed begeleiden. Ik moet de hele groep begeleiden, bedenk ik dan. Alle kinderen leefden mee met Anuska’s aanstaande broertje. We hebben het vaak gezellig gehad over het baby’tje in Karins buik. En nu moet ik de klas gaan vertellen dat dat baby’tje dood is.
Kringgesprek
De volgende ochtend zit ik met de kinderen in de kring. Ik stel Anuska meteen aan als het hulpje voor vandaag. Ze is blij verrast, want ze is vrijdag ook al hulpje geweest. “Weet je waarom je nou wéér hulpje mag zijn?” vraag ik haar. Nee, zegt ze. “Om wat er gisteren is gebeurd. Vind je het goed als ik het aan de klas vertel?” Ja, knikt ze.
Summier leg ik de klas uit: “Jongens, er is iets naars gebeurd. Het baby’tje in de buik van Anuska’s moeder leeft niet meer. Het is gisteren geboren, maar toen was het dood. Anuska en haar ouders zijn heel verdrietig.”
Het is stil in de klas. Ik vraag: “Wil er iemand iets zeggen?” Ron steekt zijn vinger op. “Kun je het baby’tje nog wel eten geven of doet ie niets meer?” Ik: “Nee, Ron, dat kan niet, hij beweegt niet meer.” “Mijn poes is doodgegaan”, vertelt Álex. “Die wilde ook geen eten meer.” Layla: “Bij mijn opa is een goudvis doodgegaan.”
Anuska verandert van onderwerp. “Mag ik Wierd in het speelkwartier duwen?” Wierd zit in een rolstoel, met zijn voet in het gips na een valpartij met zijn fiets. “Nee, ik!” zegt Bruno. “Jij hebt Wierd al heel vaak geduwd”, zeg ik. “Nu mag Anuska.”
Lees ook – Praten met je kind over de dood: hoe doe je dat? >
Rouwen in porties
Claire, de spelletjesmoeder, komt binnen. Ik neem haar apart en vertel wat er is gebeurd. Ze schrikt. Dan stelt ze de kinderen voor Twister te gaan doen. Ik houd een oogje in het zeil. Ik zie hoe Rosanne gezellig tegen Claire aan gaat staan en zegt: “Weet je wat er met Anuska d’r baby’tje is gebeurd? Die is dood.” Anuska gaat intussen op in het spel.
“‘Ik vind het erg dat mijn broertje dood is’, zegt ze in tranen”
Later komt ze naar me toe en kruipt tegen me aan. “Ik vind het erg dat mijn broertje dood is”, zegt ze in tranen. “Papa en mama hebben ook gehuild.” Ik knuffel haar. “Ik vind het ook erg, schatje. En het is heel gewoon om daarom te huilen.”
Dan roept haar beste vriendin Mylou haar. “Anuska, kom je mee elastieken?” Ze maakt zich los uit mijn greep en gaat naar Mylou. Ze huppelt een beetje. We hebben de goede beslissing genomen, Wicher en ik.
In de glossy Kek Mama lees je de mooiste verhalen, meest herkenbare columns en de leukste fashion en lifestyle tips. Abonneer je nu voor slechts €29,95 per jaar en ontvang de glossy als eerste op je deurmat.