Terugkijkend: welk advies zou jij jezelf – als jonge, beginnende ouder – geven?
Ellen is trajectbegeleider in het voortgezet speciaal onderwijs, thrillerauteur bij uitgeverij De Fontein, moeder van Lewis en Miles (11 en 8) uit een vorige relatie én is in november bevallen van dochter Sophia met haar vriend Nils.
Lewis, mijn oudste, wordt bijna twaalf. Dat is natuurlijk alsnog jong, maar ik vind het heel wat. Groep acht, de puberhormonen zijn all over the place en hij is áltijd met zijn vrienden. Nieuwe fases, als ouder heb je er constant mee te maken. Bij Miles, mijn middelste van negen, merk ik dat ik bij veel dingen denk; dat trekt wel recht/ik maak me niet druk/het komt wel. Dat komt omdat Lewis de paden al vrijgemaakt heeft voor zijn broertje. Trouwens, niet alleen voor hem, maar ook voor mij.
Lees ook – ‘Kinderen zijn enige wezens, vooral als ze je voor lul zetten’
Als moeder heb je ook al veel gezien en meegemaakt en dat maakt veel dingen makkelijker bij een volgend kind. Bij Sophia, de derde, zal dat al helemaal zo zijn. Ik sta er nu al heel anders in dan bij Lewis, de eerste. Het enige verschil zal misschien zijn dat ze een meisje is (maakt me dat voorzichtiger? Geen idee. Misschien als ze ouder is. Dat gaan we meemaken …) en een andere vader heeft. Voor Nils is ze wel zijn eerste kind.
Je doet maar wat
Het krijgen van kinderen vereist geen opleiding, je krijgt er geen cursus voor en werkelijk niemand kan je écht voorbereiden op wat het ouderschap inhoudt. In feite doet iedereen maar wat bij het eerste kind (en misschien ook nog wel bij de tweede, derde of vierde). Je hebt namelijk geen idee waar je aan begint en wat de intensiteit is van het hebben van een kind. Het is allesoverheersend op alle gebieden. Van zwaar tot prachtig, vermoeiend tot bergen vol energie, het hebben van kinderen omvat zo’n beetje alle denkbare uitersten. Maar bij een tweede wéét je wat het inhoudt, je weet wat er op je afkomt.
“Je hebt geen idee waar je aan begint en wat de intensiteit is van het hebben van een kind”
Als ik mezelf – met de ervaring van nu – wat advies had mogen geven toen Lewis net geboren was,
had ik dit gezegd:
- Chill, het hoeft niet perfect. Hij hoeft niet op de minuut af om de drie uur gevoed te worden. Hij hoeft niet in zijn bedje te slapen als dat niet goed voelt voor jou. En in godsnaam, laat dat invullen van het kraamboek (plasjes etc) midden in de nacht achterwege. Wat een gekkenwerk. Bewaar zo nodig de luiers. Klaar. Ga slapen.
- Als je hem niet constant wilt afgeven aan de kraamvisite en het lastig vindt om te zien hoe je pasgeboren baby van arm naar arm gaat, dan doe je dat niet. Hou hem lekker bij je. Je hoeft de kraamvisite niet te pleasen, hou op schei uit.
- Alles – ja, alles – is een fase. Bij baby’s/dreumesen/peuters/kleuters etc. Slaapt hij geweldig? Wacht maar, morgen kan het anders zijn. Slaapt hij beroerd, morgen kan het anders zijn. Heeft hij geen zin in zijn broccoli, idem. Zit het uit, het komt goed.
- En – ik heb er al eerder een column over geschreven – blijf tijd maken voor elkaar. Dus je partner voor jou én jij voor je partner. Daar hoeft je kind écht niet onder te lijden, maar voor jullie is het heel belangrijk.
En zo kan ik nog wel even doorgaan. Het krijgen van kinderen is het mooiste wat me kon overkomen, maar met meer ervaring kan ik er meer van genieten en maak ik alles bewuster mee. Het overkomt me allemaal niet meer, nu is het puur genieten.