‘Dronken boeren rollend in de modder, wat heb ik daar te zoeken met mijn 4-jarige?!’
Patrick (52) is schrijver van romans en freelance tv-redacteur. Hij woonde over de hele wereld en heeft vijf kinderen. Voor zijn column op Kek Mama put hij uit een oneindige bron van even herkenbare als opmerkelijke verhalen over het vaderschap.
Mijn eerste keer. Ik weet het nog zo goed. Mijn eerste keer Zwarte Cross, ik dacht ‘Dronken boeren rollend in de modder, wat heb ik daar te zoeken met mijn 4-jarige?!’ Maar zoals vaker in het leven liet ik me leiden door vooroordeel en had ik dat niet in de gaten. Nee, ik dacht dat wat ik vond ‘de waarheid’ was en niets anders was er mogelijk. Tot het leven me een wijze les aanbood; kijk verder dan je neus lang is. Niets of niemand is wat het lijkt in het leven.
Zo liep ik afgelopen weekend met tranen in mijn ogen over het festivalterrein in de Achterhoek en genoot ik samen met mijn inmiddels 11-jarige jongen alweer voor de zesde keer van al het moois, liefs, grappigs en medemenselijks dat er tussen al die feestende mensen te vinden is. Hoe gek kan het lopen? Als je flexibel bent van geest kun je in alles cadeautjes ontdekken. Zelfs in de kleinste dingen. En omdat ik dat inzicht iedereen gun, schrijf ik dit stuk.
Moddergedoe
Het was 2016. Ik werkte als redacteur voor RTL Late Night met Humberto en elke avond keken er een miljoen mensen. Omdat de Zwarte Cross 20 jaar bestond zouden de oprichters Gijs en Hendrik Jan aan tafel zitten. Of ik een item wilde maken over dat gekke festival met zijn motoren en moddergedoe vroeg de eindredacteur. ‘O nee he’, zei ik. ‘Daar heb ik helemaal niks mee, joh.’ Maar omdat niemand anders het wilde doen, moest ik me uiteindelijk toch verdiepen in de geschiedenis van het festival. En zo kreeg ik twee kaartjes om er ook daadwerkelijk heen te gaan. Geen idee waarom maar ik nam mijn toen 4-jarige zoontje Jazz mee.
Eenmaal op het festivalterrein bleek het een van de mooiste dagen van mijn leven. De verwondering in Jazz’ ogen bij zulke hoeveelheden motoren en praalwagens. En de onmetelijke blijheid toen hij in het Blagenparadijs (dat is het deel met kinderactiviteiten) de racebaan ontdekte met echte kindermotoren waar hij in een heus motorpak inclusief helm zelf op mocht. Springen van geluk deed hij. Ik heb het zelfs op film. Zoveel blijheid en zoveel liefde in dat moment.
“Eenmaal op het festivalterrein bleek het een van de mooiste dagen van mijn leven”
Zoveel liefde
Hoe kon mijn idee zo anders zijn dan de werkelijkheid? De mensen waren er lief en aardig. Er werd gelachen en gedanst, er waren maatschappijkritische maar grappige borden (Nog even en dan mag zelfs dit bord niet meer) en ik kon aan alles voelen dat het hier niet alleen om geld verdienen ging maar om mensen een mooie tijd te bezorgen. Zo waren de toiletten en het parkeren bijvoorbeeld gratis. Waar vind je dat nog? En geen regen, modder of vervelend gedoe te zien. De realiteit had mijn vooroordeel weer eens ingehaald.
Lees ook – ‘Is mijn schuldgevoel terecht?’
Afgelopen weekend liep ik met Jazz weer over het terrein.
‘Wil je op de kindermotoren?’ vroeg ik hoopvol.
‘Nah…’ zei hij. ‘Deze keer niet. Da’s voor ukkies.’
‘Op de motorcarrousel dan? Moet je kijken hoe hard-ie ronddraait.’
‘Nah… ook voor kleintjes.’
Ondertussen keek hij om naar een paar kekke meiden die voorbijliepen, duwde hij in het schermpje van zijn mobiel om de haverklap zijn haar in model en bestelde hij in de persruimte zogenaamd tien bier. Mijn kleine mannetje wordt groot en daar word ik blij en verdrietig tegelijk van. Blij en dankbaar om de lessen en levensinzichten die ik via hem leer en het grote stoere joch dat hij aan worden is en verdrietig omdat ik dat kleine blije mannetje van toen soms zo mis.