Android

‘Ik rende van hot naar her, en negeerde mijn lijf volledig’

Beeld: Getty Images

Dag één: Franke krijgt baby’s en probeert de perfecte moeder te zijn. Dag twee: het blijkt een heilloos streven. 

Het moederschap. Dat wilde ik zo goed mogelijk doen, nam ik me voor toen ik zwanger was. Ik las alles wat los- en vastzat over de zwangerschap en kocht apparaten om mij als kersverse moeder zo goed mogelijk te ­ondersteunen, zoals een peperdure kolf en een billendoekjesverwarmer met duurzame bamboedoekjes erin, zodat mijn prinsesje altijd met ­warme, schone, biologische doekjes werd afgeveegd. Ik vroeg iedereen de oren van het hoofd over wat me te wachten stond. Ik bereidde me, kortom, aan alle kanten zo goed mogelijk voor.

Eerste jaar

Natuurlijk kon ik me helemaal niet voorbereiden, omdat het moederschap helemaal niet te voorspellen is. En het eerste jaar moederschap heeft me bijna gesloopt, omdat ik alles goed wilde doen.

Ik schreef er uit frustratie een boek over, Ik denk dat ik het wel kan, in de hoop andere moeders op weg te helpen in dat eerste, chaotische jaar. Zodat ze niet in alle valkuilen zouden trappen waarin ik al was gepleurd. Omdat ik dacht, en nog steeds denk, dat er heel veel moeders zijn als ik.

Moeders die met net zo veel ambities het moederschap in stappen. Die alles willen, in onze maakbare maatschappij. Die natuurlijk willen bevallen in een bad met kaarsjes, borstvoeding willen geven, een geweldige band met hun baby willen opbouwen, carrière maken, er een beetje hip bij lopen. En dan zijn er nog de vriendschappen die we willen onderhouden, social media waarop we willen shinen, en die kinderen zelf natuurlijk, die we ook willen laten lukken – anders doen we het allemaal voor niets.

Lees ook – Welkom in momfluencer Utopia: wat een smetteloos voorbeeld met je doet >

Alle ballen hoog

Mijn kinderen, Puk en Olle, zijn inmiddels elf en acht, en ook na dat eerste chaotische, zware jaar, op mijn tandvlees lopend vanwege de mislukte borstvoeding, slaapgebrek en hard werken, liet ik mijn perfectionisme niet los. Ik wilde, ondanks het feit dat ik lichamelijk ­gesloopt was en de haren uit mijn hoofd vielen, alles. En ik wilde vooral carrière blijven maken, ondanks het slaapgebrek en alle ziektes die mijn meisje inmiddels van de crèche mee naar huis nam.

De duurste in de regio, omdat ik me schuldig voelde dat ik mijn kind bij vreemden achterliet, de hele dag. En dus zat ze op een peperdure crèche dicht bij mijn werk, zodat ik er altijd snel kon zijn. Die crèche was me aangeraden door een hoofdredacteur die ik hoog had zitten. Zij sprak de woorden: “Het is de Rolls-Royce onder de crèches.” Ja, dat wilde ik ook voor mijn dochter.

“Ik las, kocht, sopte, investeerde, rende van hot naar her, en negeerde daarbij mijn lijf volledig”

En zo jakkerde ik jarenlang voort. Alle ballen hoog houdend, rennend van werk naar opvang naar gezellig etentje, tussendoor het huis poetsend – want mijn huis wilde ik ook Pinterest-waardig glimmend hebben. Ik las, kocht, sopte, investeerde, rende van hot naar her, en negeerde daarbij mijn lijf volledig.

Boem is ho

Gelukkig liet mijn lichaam zich op een gegeven moment niet langer negeren. Zei op tijd: “Boem is ho. Hier gaan we niet langer aan meedoen.” Dat was een dik jaar nadat Olle was geboren. Puk ging inmiddels naar school, Olle naar de crèche, manlief werd vriendelijk verzocht in plaats van vier toch maar weer vijf dagen te gaan werken – anders moesten ze maar eens op zoek naar een andere manager. We hadden nooit meer onze handen vrij, ik zette Olle huilend elke dag bij de crèche af, en racete maar door.

Maar de ballen begonnen te vallen. Ik slikte standaard twee paraceta­molletjes om de werkdag door te komen. Was zo moe, dat ik überhaupt niet helder kon denken. Ik wilde per se mijn werk goed doen, deed er nog een schepje bovenop door een soort talentenprogramma te volgen en sleepte mijn kinderen achter me aan, omdat ik altijd haast had.

Het diepte-­punt bereikte ik toen ik tijdens een korte vakantie niet wilde zwemmen in het tropisch zwemparadijs, omdat ik er te moe voor was. Huilend ­besefte ik daar, in mijn eentje in dat huisje: dit wil ik niet meer. Wat hadden mijn kinderen aan een moeder met een gerse baan, die heel goed was in poetsen, strijken, cadeautjes uitzoeken, etentjes organiseren, opvoeden, leuke dingen doen, als ze er zelf jankend van vermoeidheid bij zat?

En dus besloot ik, daar in dat huisje, terwijl mijn man en kinderen in het zwembad lagen, om voor mezelf te gaan beginnen. Dan kon ik beter mijn eigen uren indelen, bij ziekte in mijn bed blijven liggen, en hoefde ik me nooit meer te haasten naar kantoor, niet meer in de file te staan, niet van school naar crèche te rennen, niets van dat alles.

De juiste richting

Het bleek een stap in de juiste richting, maar ik was nog niet meteen genezen. Ik heb er nog jaren over gedaan om niet meer geweldige traktaties in elkaar te draaien, speciale cadeautjes te regelen voor iedereen in mijn omgeving, toe te geven aan de druk die er op de basisschool hangt om te helpen knutselen of rijden, kinderpartijtjes te organiseren in een smetteloos huis met het liefst drie soorten zelfgebakken taart zodat er voor iedereen wat te kiezen valt.

Nee, zo erg als net na de geboorte van Olle – toen ik zelfgemaakte lavendelzakjes en huisgemaakte appeltaart uitdeelde aan de kraamvisite – zou het niet meer worden, maar ik was er nog niet. Maar goed, elke les is er eentje. En ik leerde er in de loop van de tijd een heleboel.

Lees ook – ‘Over the top verjaardagsfeesten, ik doe het niet meer’ >

Perfecte moeder

Het duurde een paar jaar, maar langzamerhand kreeg ik door dat perfectionisme eigenlijk nooit zoveel zin heeft. Dat niets ooit helemaal perfect kan. Want wat voor de een perfect is, is voor de ander vreselijk. Vond die ene gast mijn geweldig gestylde kinderfeestje helemaal leuk, bleek een andere gast zich niet op haar gemak te voelen. Bleek dat de een mijn opvoeding te streng vond, een ander juist te losjes. Bleek dat het eigenlijk vrij weinig mensen een biet kon schelen hoeveel uren ik draaide – op Sander Schimmelpenninck na.

Bovendien had ik met mijn streven de perfecte moeder te worden veel verloren. Ik was het verleerd om te luisteren naar mijn lichaam, gevoel, onderbuikgevoel. Ik had me zo laten leiden door mijn ratio, door hoe het hoort en de mening van anderen, dat ik er helemaal nooit bij stilstond hoe ík me voelde, wat mijn hart probeerde me te vertellen.

“Ik had me zo laten leiden door de mening van anderen, dat ik er nooit bij stilstond wat mijn hart probeerde me te vertellen”

Dat ik graag mijn baby’s in bed nam, ondanks het gevaar op wiegendood. Dat ik mijn kinderen helemaal niet te veel op de crèche of bso wilde hebben, ondanks het gevaar een luie deeltijdprinses te worden. Dat ik helemaal geen zin had om kleren te strijken of mijn huis te poetsen tot het glom, want waar deed ik het voor? Ik wilde leren luisteren naar mijn gevoel en schijt ­hebben aan de mening van anderen.

Ik maakte bovendien de klassieke beginnersfout: ik vergat mezelf compleet. Ik childe niet, was altijd moe, deed niets wat ík leuk vond om te doen. Dat moest anders. Want, zo leerde ik van een bevriende coach: “Als jij niet goed voor jezelf zorgt, hoe wil je dan goed zorgen voor anderen?” Tja, daar zat wat in. Die to-dolijst kon korter, en hoefde ik ook helemaal niet in zo’n razend tempo af te vinken.

Een nieuwe fase

Zoals gezegd: sinds ik zzp’er ben is er al veel verbeterd. En hoe ouder de kinderen worden, hoe beter het gaat. Omdat ik weer normaal slaap en helder kan nadenken, niet meer doorjakker en de rust terugkeert. Omdat ik tijd heb om naar de sportlesjes en afspraken van vriendinnen te gaan die me opladen en gelukkig maken. Omdat het makkelijker wordt een oppas in te huren zodat ik naar fotografieles kan of samen met mijn man weer de dingen kan doen die wij leuk vinden, zoals terrashangen.

Wat dat betreft lijkt het leven nu, met een dochter aan de vooravond van de puberteit, alsof ik zelf een soort nieuwe puberteit beleef. Door de wereld op een nieuwe manier te ontdekken, samen met mijn man. Concerten van onze lievelingsbands, huisfeestjes waar kinderen niet welkom zijn en waar we ongestoord kunnen borrelen, even met zijn tweetjes in de bouwmarkt kunnen rondscharrelen terwijl de kinderen zichzelf vermaken: ik knap er enorm van op.

“Ik help niet op school, de feestjes worden kleiner en de taart komt uit de buurtsuper”

Het lukt me daardoor weer steeds beter mezelf te zijn. Aan helpen op school doe ik niet meer, ook al levert het scheve gezichten op van fanatieke (klassen)moeders op het schoolplein. De feestjes hier thuis worden steeds kleiner, met taart uit de buurtsuper. Het huis is vaker een rommeltje – behalve mijn werkplek, die verboden terrein voor de kinderen is. De schoonmaakhulpen die ik inmiddels heb ingehuurd doen hun werk niet briljant, maar hé, het scheelt weer ­rondjes plee soppen en dat is ook wat waard.

Leuk voor het hele gezin

Als je altijd hoge cijfers wil halen is het moeilijk om de teugels te laten vieren, maar ik wil ook uitgerust zijn en gewoon lol maken. De tijd gaat zo snel, voor ik het weet zijn mijn kinderen het huis uit. En dan? Die schone plee zullen ze zich niet herinneren. Alleen dat tropisch zwembad.

Nou ja, daar hoef ik eigenlijk nog steeds niet bij te zijn, want nu ik er niet meer te moe voor ben, weet ik: ik vind het helemaal niet leuk. En als moeder die voor zichzelf kiest, ga ik dus ook niet in dat zwembad hangen. Ik zie ze wel bij de bowlingbaan daarna, of zo. Dan blijft het voor iedereen in het gezin leuk. Voor iedereen, dus óók voor mama. En dat lijkt me voorlopig perfect genoeg.

In de glossy Kek Mama lees je de mooiste verhalen, meest herkenbare columns en de leukste fashion en lifestyle tips. Abonneer je nu voor slechts €29,95 per jaar en ontvang de glossy als eerste op je deurmat.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *